Vorstermanbijbel (1528/1531)

Van de zestiende-eeuwse bijbels die na het Nieuwe Testament van Luther uitgebracht zijn, neemt de bijbel van de drukker Willem Vorsterman een bijzondere plaats in. Vorsterman, die in Zaltbommel geboren was, begon zijn uitgeefactiviteiten in Antwerpen omstreeks 1504 en groeide uit tot een van de grootste drukkers. Hij wilde met zijn uitgaven een breed publiek bereiken en gaf daarom diverse boeken uit op godsdienstig en historisch terrein, maar ook proza, schoolboeken, almanakken, devotiewerken en een muziekboek. Dat Vorsterman een uiteenlopend publiek wilde bedienen, blijkt wel uit het drukken van zowel de pauselijke bul tegen Luther in 1520 als zes Deense Luthervertalingen in 1531.

In 1528 verscheen bij hem de eerste Nederlandse bijbel, een goed verzorgde uitgave in folioformaat met houtsneden van Jan Swart en Lucas van Leyden. De titelpagina en de proloog wekken de indruk dat hij een nieuwe vertaling van de Vulgata het licht deed zien. Dit laatste was echter niet het geval. De vertaling van het Oude Testament vertoont grote overeenkomsten met de bijbel van Van Liesvelt uit 1526. Wel zijn bij bepaalde passages, waar de Vulgata afweek van de Liesvelttekst, een vertaling uit de Vulgata gegeven, terwijl in de marge de Liesvelttekst werd geplaatst. Het Nieuwe Testament van de eerste editie gaat terug op de Luthertekst, terwijl het Nieuwe Testament in de editie uit 1531, die hier opgenomen is, teruggaat op de tekst van Erasmus.

De Vorstermanbijbel, waarvan zeven herdrukken verschenen, werd met name gelezen door de middengroep, die zich wel aangetrokken voelde door het nieuwe op godsdienstig gebied, maar liever niet onder verdenking van ketterij wilde komen. Overigens is ook deze bijbel nooit door de kerkelijke overheid officieel erkend en in 1546 werden al Vorstermans bijbeluitgaven op de lijst van verboden boeken geplaatst.

Literatuur

  • Anne Jaap van den Berg en Boukje Thijs, Uitgelezen. Bijbels en prentbijbels uit de vroegmoderne tijd, Heerenveen 2010 (pp. 26-34).