In de Nederlanden namen in de tweede helft van de zestiende eeuw de vervolgingen dermate toe dat vele nieuwe gelovigen uitweken naar Engeland en naar het net over de grens gelegen Emden. Daar vormden zich vele vluchtelingengemeenten. De gereformeerden aldaar wilden in plaats van de Liesveltbijbel, die een vertaling was van de Lutherse bijbel, liever een andere bijbelvertaling. Zij wensten een bijbel die direct vanuit de grondtekst in het Nederlands vertaald was.
In 1562 verscheen in Emden een nieuwe bijbelvertaling. Deze vertaling bestond uit een in 1559 verschenen vertaling uit het Grieks van het Nieuwe Testament en een nieuwe herziening van het Oude Testament uit de Liesveltbijbel die in 1561 gereed was. Deze bijbel is bekend geworden als de Deux-Aesbijbel, zo genoemd naar een aantekening bij Nehemia 3:5, waar gesproken wordt over de wederopbouw van de muren van Jeruzalem waaraan aanzienlijken niets wilden bijdragen. De tekst van de aantekening luidt: ‘Deux aes en heeft niet, six cinque en gheeft niet, quater dry die helpen vrij’. Het is een gezegde ontleend aan een commentaar van Luther dat, verwijzend naar het dobbelspel, aangeeft dat de armen (deux aes) niets bezitten, de rijken (zes en vijf) niets geven en de middenstand (drie en vier) wel bereid is te helpen. Later is deze kanttekening verwijderd.
Van de Deux-Aesbijbel zijn zeer veel drukken met correcties en wijzigingen, met name in de kanttekeningen, uitgegeven. Deze bijbel is bij de gereformeerden in gebruik gebleven totdat halverwege de zeventiende eeuw de Statenvertaling definitief was ingevoerd.
Literatuur
- Anne Jaap van den Berg en Boukje Thijs, Uitgelezen. Bijbels en prentbijbels uit de vroegmoderne tijd, Heerenveen 2010 (pp. 60-69).
- Anne Jaap van den Berg en Boukje Thijs, ‘Deux-Aesbijbel’ in: Met Andere Woorden 26/2 (juni 2007), 23-29.